Inhoudsopgave
Klik op onderstaande vakken om naar de juiste pagina te gaan.
Inleiding – Stap voor stap tot een wereld zonder afval
De Europese Unie en Nederland hebben als doelstelling in 2050 volledig circulair te zijn. Deze ambities zijn ambitieus en wanneer er wordt ingezoomd op Nederland, dan wordt zichtbaar dat deze doelstellingen op dit moment niet gehaald gaan worden. Er zijn hiervoor aantal redenen aan te wijzen, maar de belangrijkste zijn toch wel dat de meeste maatregelen geen dwingend karakter hebben en bedrijven en overheid nog niet tot in de kern van de keten circulariteit omarmen, maar eerder in de bovenste schil blijven hangen.
Zo kan er veel meer CO2 reductie worden gerealiseerd door hoger in de R-ladder te komen, in plaats van alleen maar te focussen op recycling. Ook zijn de maatregelen vaak van technische aard, terwijl het van belang is dat het nieuwe denken wordt geïntegreerd binnen de gehele organisatie (top-down en financieel), zodat dit leidt tot circulaire ketens.
Integrale Circulaire Economie Rapportage 2023
Het rapport van ICER uit 2023 zet de zaak op scherp: “Halvering Nederlands grondstofengebruik in 2030 wordt met huidige trends niet bereikt. Het kabinet heef de ambitie om het primaire abiotische grondstofengebruik in 2030 te halveren – een tussendoel op weg naar een volledig circulaire economie in 2050. Met de huidige trends en het huidige ingezete beleid wordt die halvering niet bereikt. Het Nederlandse grondstofengebruik is in 2020 weliswaar afgenomen ten opzichte van 2018, maar dit komt vooral door de lockdown tijdens de coronatijd. Zo heef de daling in het woon-werkverkeer en in het aantal vliegreizen tijdens deze periode geleid tot een afname in het gebruik van fossiele energiedragers, maar die daling is niet structureel. Voor het gebruik van mineralen en metalen is geen duidelijke daling te zien.” (ICER, 2023).
Geen snelheid in transitie naar circulaire economie
De snelheid van de overgang naar een circulaire economie laat nog steeds op zich wachten, wat zorgwekkend is gezien de vastgestelde doelen. Er is wel enige vooruitgang merkbaar ten opzichte van eerdere metingen van de inzet van bedrijven, burgers en overheden in Nederland om een meer circulaire productie- en consumptiewijze te bevorderen. Zo is het aantal bedrijven dat circulaire praktijken hanteert gestegen, evenals de werkgelegenheid in sectoren die zich richten op circulaire activiteiten, het aantal wetenschappelijke publicaties over circulaire economie en de totale financiële steun die de overheid via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) aan circulaire projecten verstrekt.
Echter, in veel gevallen is deze groei vooral absoluut waarneembaar en minder significant op relatief niveau. Circulaire bedrijven vormen bijvoorbeeld nog steeds ongeveer 6 procent van het totale aantal bedrijven in Nederland, en de financiële ondersteuning voor circulaire activiteiten blijft al jaren stabiel, waarbij zo’n 10 procent van de totale steun afkomstig is uit de onderzochte RVO-regelingen. Veel initiatieven op het gebied van circulariteit bevinden zich nog in een vroeg stadium, en er is doorgaans geen duidelijk patroon van opschaling of significante doorbraken waar te nemen. Een aanzienlijke vraag vanuit de markt naar circulaire producten en diensten, evenals een passend aanbod, ontbreekt tot op heden.
Spelregels sinds ICER 2021 onveranderd
Eveneens blijven de reglementen grotendeels onveranderd, wat betekent dat circulaire ondernemers dezelfde obstakels tegenkomen als die we al twee jaar geleden in de ICER benoemden. Hieronder vallen onder andere het gebrek aan volledige beprijzing van milieueffecten, bestaande wet- en regelgeving en de handhaving daarvan met betrekking tot zaken zoals afvalwetgeving, beperkte circulaire gewoonten bij consumenten en een gevoel van ondernemers dat de overheid te weinig concrete richtlijnen en coördinatie biedt om veranderingen in de productie- en consumptieketen te bewerkstelligen.
Het huidige systeem van volumedoelen voor afval en instrumenten zoals de Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV) stimuleert nog niet voldoende de reductie van grondstoffen bij het ontwerp, de productie en het gebruik van producten, of de bevordering van een langere levensduur van producten. Dit tekortschieten is bijvoorbeeld merkbaar in sectoren zoals grond-, weg- en waterbouw, plastic verpakkingen, laptops en mobiele telefoons.
Het gevaar hiervan is dat de inspanningen op korte termijn om de overgang te versnellen vooral leiden tot meer (laagwaardige) recycling in plaats van substantiële veranderingen.
Grondstoffentransitie
De grondstoffentransitie is van cruciaal belang voor het aanpakken van de grote maatschappelijke uitdagingen van deze tijd: klimaatverandering, verlies van biodiversiteit, vervuiling van lucht, water en bodem en economische kwetsbaarheid. Dit vraagt om meer aandacht van het volledige kabinet.
Het ingezette beleid heeft in Nederland nog niet geleid tot een versnelling in de transitie naar een circulaire economie. Het blijkt onvoldoende te zijn om de ambitie van een halvering van het primaire abiotische grondstofengebruik in 2030 te realiseren. Daarom is een gezamenlijke inzet van het hele kabinet noodzakelijk. Dit is cruciaal om de spelregels op alle beleidsgebieden fundamenteel te wijzigen, zodat circulaire oplossingen de nieuwe norm worden.
Analyse ICER rapport
De analyse van het ICER rapport toont aan dat zonder een solide organisatorische en financiële basis, zowel de ketens als de financiële prikkels die nodig zijn om een circulaire economie te realiseren, ontbreken. Zonder goed gestructureerde producentenorganisaties waarin producenten gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen voor het terugnemen van producten na gebruik, wordt het lastig om producten en grondstoffen een tweede levenscyclus te geven. Bovendien, zonder een verlaging van de belasting op arbeid, ontbreekt het financiële rendement om teruggenomen producten te demonteren, repareren en opnieuw te gebruiken.
Als gevolg hiervan blijft recycling (R8) nog te vaak de meest voorkomende uitkomst, of er is helemaal geen hergebruik van grondstoffen, terwijl de ware potentie van de circulaire economie te vinden is op de hogere niveaus van de R-ladder (repurpose (R7), remanufacture (R6), refurbish (R5), repair (R4) en reuse (R3)). De uitdaging is duidelijk: er moet snel hogerop worden geklommen op deze R-ladder. De circulaire economie overstijgt het concept van slechts het beheren van onze eigen grondstoffen; het is een noodzakelijke stap om onze klimaatdoelen te bereiken.
Roadmap Circulaire Economie
De Roadmap Circulaire Economie beschrijft concreet hoe xx maatregelen bijdragen aan dit doel. Binnen deze maatregelen vervullen sommige een cruciale rol, omdat deze maatregelen fungeren als drijvende krachten voor het verwezenlijken van andere maatregelen.
Benieuwd naar ons artikel waarin de verschillende Circulaire bedrijfsmodellen onderzocht en geanalyseerd naar hun bijdrage aan de bevordering van een circulaire economie?
Over Vincent Moleveld
Circulaire economie specialist
Ik zou mezelf omschrijven als iemand die gericht is op het vinden van oplossingen en resultaten, snel kan aanpassen en effectief kan samenwerken. Ik ben analytisch, creatief en gericht op klanten en opdrachtgevers. Ik ben overtuigend en in staat om informatie op verschillende niveaus over te brengen. Ik kan een onafhankelijke mening vormen zonder beïnvloed te worden door anderen. Ik krijg energie van complexe organisatorische en procesmatige vraagstukken.
Aangezien ik graag een positieve bijdragen wil leveren aan onze wereld ben ik mij gaan specialiseren in de circulaire economie, met als doel deze kennis over te dragen binnen organisaties/project teams.