De R-ladder, die de niveaus van circulariteit aangeeft, biedt zes treden (R1 tot R6) die verschillende strategieën van circulariteit vertegenwoordigen. Hogere strategieën op de ladder leiden tot meer besparing van grondstoffen. Hoe hoger een strategie op de R-ladder staat, hoe meer het gericht is op circulariteit, waarbij R1 de hoogste trede betreft.

Hieronder worden de zes benaderingen toegelicht:

R1: Refuse en Rethink (afwijzen en heroverwegen)

Verlaat producten of materialen die niet essentieel zijn. Maak een product overbodig door af te zien van de functie ervan of door een volledig ander product te gebruiken.

Intensifieer het gebruik van producten (bijv. door delen via platforms of multifunctionele producten).

R2: Reduce (verminderen)

Efficiënter gebruik maken van grondstoffen door minder verbruik tijdens productie en gebruik van producten.

R3: Re-use (hergebruiken)

Hergebruik van nog goed werkende producten in dezelfde functie door een andere gebruiker. Dit omvat ontwerpen voor een langere levensduur en diverse platforms die gebruikte producten een tweede leven geven.

R4: Repair, Refurbish, Remanufacture en Repurpose (repareren, opknappen, reviseren en hergebruiken)

Herstellen en onderhouden van kapotte producten om hun levensduur te verlengen.

Opknappen of moderniseren van oude producten en het maken van nieuwe producten vanuit oude producten.

Het gebruiken van onderdelen van afgedankte producten in nieuwe producten met dezelfde of een andere functie.

R5: Recycling

Verwerken van materialen tot grondstoffen van dezelfde (hoogwaardige) of lagere (laagwaardige) kwaliteit dan de oorspronkelijke grondstof. Dit omvat het hergebruiken van grondstoffen, reststromen of afval, zoals gras, afvalhout en koffiedik.

R6: Recover (terugwinnen)

Verbranden van materialen met energieterugwinning. In een circulaire economie wordt gestreefd naar minimalisering van materiaalgebruik in deze stap.

Samengevat: Reduce, Reuse, Recycle

  • Reduce (R1 en R2) – Bovenaan de ladder staat het verminderen van consumptie en productie en het slimmer maken en gebruiken van producten.
  • Re-use (R3 en R4) – In het midden staat het verlengen van de levensduur van producten en onderdelen.
  • Recycle (R5 en R6) – Onderaan staat het nuttig toepassen van materialen die anders gestort zouden worden.